FLYER

In de publieke communicatie wordt ‘ie veel gebruikt: de flyer. Handig dingetje: goedkoop, doelgroepgericht te verspreiden. Maar wat zet je erop? Je kunt er meer op kwijt dan in een tweet of op een poster, maar toch nooit zoveel als je had gewild. Ken je dat?

Dan wil je er teveel op.

Kijk eens naar deze flyer:

flyer flexplekken Utrecht – voor- en achterkant

Ik analyseer hem even voor je: te vol.

Zo kwam hij tot stand: 10 flexwerkplekken besloten zich gezamenlijk te profileren. Ze wilden allemaal duidelijk op de flyer komen, dus leverden ze stuk voor stuk een tekst aan van zo’n drie A4′tjes. Zucht.

In dit geval was er één hoofdvraag: wat bepaalt de keuze van de zzp’er die op zo’n plek wil werken? Het antwoord: waar de plek is + hoe de plek eruitziet / sfeer. Het verschil in faciliteiten is zo klein, dat zal niet doorslaggevend zijn.

De flyer had dus niet veel nodig gehad. Voorop een plattegrondje van de stad met van die googlemaps-druppeltjes met een letter erin. Langs de randen een fotootje van elke plek met daarbij de corresponderende letter. Logo’s en contactgegevens achterop, misschien met steeds een kopje waaruit de unique selling point (USP) van de flexplekaanbieder bleek. Hoe dan ook, geen hele verhalen bij elke werkplek.

Maar helaas, opdrachtgevers (in- of extern) willen altijd méér op een flyer. In dit geval wilden tien opdrachtgevers meer. 10 x meer = veel te veel. En de autoriteit van één tekstschrijver woog niet op tegen die van tien opdrachtgevers.

Resultaat: een slechte flyer. Zonde van het geld.

HOE MAAK IK EEN GOEIE FLYER?

Dit was maar één voorbeeld. De flyer die jij wilt laten maken is weer heel anders. Wat moet daar nou wel en niet op? Hoe stel je de juiste vragen?

Met deze 6 stappen kom je een heel eind:

  1. RICHT JE OP DE DOELGROEP

a) Bepaal eerst je doelgroep en omschrijf die nauwkeurig.
Zoom in. Kies als doelgroep niet ‘alle bewoners’, maar ‘gezinnen’, ‘huiseigenaren’ of ‘studenten’. Niet ‘alle ondernemers’, maar ‘actieve ondernemers’ of juist ‘de moeilijk bereikbare ondernemers’, ‘de zzp’er’, ‘de kleine winkelier’ of juist ‘bedrijven met veel werknemers’.

Spits dan nog weer toe: is je lezer de bedrijfsleider, of (ook) de werknemer? Is de zzp’er al jaren gevestigd, of een starter? Bij punt 2 lees je waarom het niet erg is je doelgroep zo af te bakenen.

b) Leef je in.
Waarvoor loopt jouw doelgroep warm en waarvoor niet? Welke taal gebruik je en hoeveel? Welk beeld past erbij? Let op: taal en beeld moet niet alleen bij je doelgroep maar ook bij jezelf passen. Ook als je je flyer wilt uitdelen aan hangjongeren, om ze op het buurthuis te wijzen, communiceer je als gemeente natuurlijk niet in straattaal. Als je lezer het niet gelooft, ben je ‘m kwijt.

  1. ZOOM IN: KIES JE KRACHTIGSTE SYMBOOL

Neem onze voorbeeldflyer: voor Trainspot is hun boot een absolute USP. En hebben ze ergens een boot als trainingslokaal, dan is het ongetwijfeld verder ook een originele plek. Door dat symbool te benadrukken, trek je mensen die daarvan houden. Maar let op: niet uitsluitend! In hun kielzog volgen vanzelf de mensen die graag willen zijn zoals de mensen die van originele plekken houden. Dus wees niet bang een kleine directe doelgroep te kiezen.

Nu de concrete uitwerking:

  1. TEKST: MINDER IS MEER

Je weet wat je biedt en je hebt bedacht wat daarvoor symbool staat en wat je doelgroep aanspreekt. Definieer nu je hoofdboodschap. Vat die in weinig woorden, met de doelgroep in je achterhoofd en een hoofdrol voor je krachtigste symbool. Een goeie kop met 1 of 2 zinnen toelichting is meestal genoeg.

Je noemt dus niet alles wat je biedt, alleen wat éigen is. Je hoeft niet te vermelden dat je op een flexwerkplek ook koffie kunt drinken; er bestáán niet eens flexwerkplekken waar dat niet kan. Over de koffie begin je alleen als elke flexwerker een persoonlijke barista krijgt toegewezen.

  1. VERMELD WEL HET BROODNODIGE

Vergeet geen dingen als datum, locatie en directe contactgegevens te vermelden. Minimalisme is mooi, maar maak het mensen niet onnodig lastig. Zorg ervoor dat ze een evenement gelijk in hun agenda zetten en dat ze direct kunnen mailen of bellen als dat handig is. Moeten ze sowieso naar een website, bijvoorbeeld omdat aanmelden alleen online kan, dan kun je een telefoonnummer achterwege laten.

  1. GEBRUIK EEN PAKKEND BEELD

Bij een dubbelzijdige flyer, komt voor- én achterop een pakkend beeld. Je weet nooit welke kant de lezer eerst ziet. Laat het beeld aansluiten bij het krachtige symbool dat je hebt gekozen. Dat kan letterlijk, maar denk ook even iets verder. (Meer over beeldkeuze binnenkort op publiekecommunicatie.nl)

  1. HOU JE AAN DE HUISSTIJL

De huisstijl is er niet om jou te pesten. De huisstijl dient niet jouw directe belang, maar dat van de hele organisatie. Jouw communicatie-uiting is niet belangrijker dan de overkoepelende uitstraling. Sterker nog: jouw uiting moet daaraan bijdragen. Vind je de overkoepelende uitstraling suf? Scherp hem dan aan. Dat kan altijd binnen de gegeven kaders. Een uitdaging, maar wel een leuke uitdaging!

E-mailnotificatie ontvangen bij een nieuwe blog post? Stuur een mailtje met ‘ja’ in het onderwerp.

This entry was posted in tekstproducten. Bookmark the permalink. Post a comment or leave a trackback: Trackback URL.

Post a Comment

You must be logged in to post a comment.


This site is using the Seo Wizard Wordpress plugin created by Seo Uk